st depressie

st depressie

Je ziet op een ecg een daling van het ST segment en vraagt je af of dit past bij ischemie. Moet je nu denken aan een NSTEMI, of kan het ook iets onschuldigs zijn zoals inspanning of een geneesmiddeleffect. In dit artikel neem ik je mee in het herkennen en interpreteren van st depressie. Je leest hoe je correct meet, welke patronen belangrijk zijn, welke oorzaken er nog meer bestaan en wanneer je direct actie onderneemt. Helder, praktisch en met tips uit de klinische praktijk.

Wat is het ST segment en waarom daalt het

Het ST segment is de fase tussen het einde van het QRS complex en het begin van de T golf en weerspiegelt vroege repolarisatie van de kamers. In rust is dit segment iso elektrisch. Bij subendocardiale ischemie ontstaat een stroomverschil waardoor het ST segment onder de basislijn komt te liggen. Dat noemen we st depressie.

Hoe herken je st depressie op het ecg

Correct meten

Meet bij het J punt en opnieuw 60 tot 80 milliseconden erna. Relevante st depressie is doorgaans meer dan 0,5 millimeter in twee of meer aangrenzende afleidingen die tot hetzelfde stroomgebied behoren, bijvoorbeeld II, III en aVF of V5 en V6 samen met I en aVL.

Vorm en richting

Horizontale of aflopende st depressie past het meest bij ischemie. Oplopende st depressie kan ook voorkomen, maar is minder specifiek, behalve bij het De Winter fenomeen waarbij een prominente T golf samengaat met oplopende st depressie als uiting van acute proximale LAD problematiek.

Verdeling over afleidingen

Laterale afleidingen laten vaak st depressie zien bij subendocardiale ischemie. Wijdverspreide st depressie met elevatie in aVR kan wijzen op hoofdtak of drievatslijden en is een alarmsignaal. Vergelijk altijd met een oud ecg om chronische afwijkingen te herkennen.

Oorzaken en differentiaaldiagnose

De meest voorkomende oorzaak is ischemie bij instabiele angina of NSTEMI. Bij een STEMI kan je in tegenoverliggende afleidingen reciproke st depressie zien. Verder kan st depressie optreden bij linker ventrikelhypertrofie met strain, linker bundeltakblok, digitaalineffect, hypokaliemie, tachycardie gerelateerde veranderingen en na zware inspanning. Acute neurologische aandoeningen en longembolie kunnen het ST segment eveneens beïnvloeden. De klinische context is daarom cruciaal.

T golf veranderingen die meegaan met st depressie

Bij ischemie worden T golven afgevlakt, negatief of bifasisch. Concordantie met het QRS complex gaat vaak verloren. Symmetrische diepe negatieve T golven wijzen op recente ischemie, terwijl een langzaam dalend ST segment met kleine negatieve T top past bij een strain patroon door ventrikelhypertrofie. Let op dynamiek in tijd, want veranderende T golven en ST segmenten zijn een sterke aanwijzing voor een actief proces.

Inspanningsonderzoek en st depressie

Bij inspanning kan st depressie een teken zijn van zuurstoftekort in het hart. De diagnostische nauwkeurigheid is niet perfect, maar het moment van optreden, de diepte en het aanhouden in de herstelfase geven nuttige informatie over de ernst. Blijvende aflopende st depressie in de herstelfase is verdacht voor significante ischemie. Bij jonge gezonde mensen kan een normale variant of bijvoorbeeld vroege repolarisatie schijnbaar afwijkingen geven, die bij inspanning verdwijnen.

Praktische aanpak

Koppel het ecg aan de klachten. Kijk naar het patroon en de contour van het ST segment, beoordeel meerdere aangrenzende afleidingen, zoek naar reciproke veranderingen en vergelijk met een oud ecg. Combineer met troponine, kliniek en risicoprofiel. Bij aanhoudende pijn, wijdverspreide st depressie, elevatie in aVR of hemodynamische instabiliteit is snelle cardiologische beoordeling en vaak invasieve diagnostiek nodig. Ervaring uit de praktijk leert dat vroeg herkennen van horizontale st depressie in de laterale afleidingen regelmatig het verschil maakt in uitkomst.

St depressie is een belangrijk ecg teken van subendocardiale ischemie, maar het komt ook voor bij andere aandoeningen. Een systematische beoordeling met juiste meting, herkenning van vormen en verdeling over afleidingen helpt je het onderscheid te maken. Combineer ecg, klachten en biomarkers en schakel laagdrempelig hulp in bij alarmsignalen. Bij acute drukkende pijn op de borst geldt altijd: niet afwachten maar direct medische hulp inschakelen.

Wat betekent st depressie op het ecg precies

St depressie is een daling van het ST segment onder de basislijn en wijst vaak op subendocardiale ischemie. Het is relevant als het meer dan 0,5 millimeter bedraagt in twee aangrenzende afleidingen. De vorm is belangrijk, want horizontale of aflopende st depressie is sterker verdacht dan oplopende varianten.

Wanneer duidt st depressie op een NSTEMI

Bij klachten passend bij een acuut coronair syndroom, samen met horizontale of aflopende st depressie in meerdere aangrenzende afleidingen en dynamiek in tijd, moet je denken aan NSTEMI. Troponinestijging en klinische risicofactoren versterken die verdenking en rechtvaardigen snelle cardiologische beoordeling.

Wat is het verschil tussen st depressie door ischemie en door strain

Bij ischemie is de st depressie vaak horizontaal of aflopend en gaat geregeld samen met symmetrische T inversie. Bij een strain patroon door linker ventrikelhypertrofie zie je een geleidelijk dalend ST segment dat eindigt in een relatief kleine negatieve T top. Vergelijking met oude ecg’s en de klinische context helpt hierbij.

Bestaat er ook st depressie bij STEMI

Ja. Bij een STEMI zie je in het infarctgebied ST elevatie en in tegenoverliggende afleidingen reciproke st depressie. Dit ondersteunt de diagnose en helpt de lokalisatie. Wijdverspreide st depressie met elevatie in aVR kan wijzen op hoofdtak of drievatslijden en vraagt om spoed.

Hoe betrouwbaar is st depressie tijdens een inspanningstest

St depressie tijdens inspanning is nuttig, maar niet onfeilbaar. Zowel fout positieve als fout negatieve uitslagen komen voor. Het tijdstip van ontstaan, de diepte en het aanhouden in de herstelfase verhogen de waarschijnlijkheid op ischemie. De bevindingen worden altijd gecombineerd met klachten, risicoprofiel en zo nodig beeldvorming of troponine.